Doel

Gedrag van andere mensen meer in lijn brengen met wat jij graag wil.

Inleiding

Het geven van feedback is nodig om gedragingen van elkaar te begrijpen en bespreekbaar te maken. Achter gedragingen zitten gedachten en gevoelens. Zonder op de hoogte te zijn van deze gedachten en gevoelens, kan bepaald gedrag van iemand vraagtekens oproepen en eventueel leiden tot miscommunicatie.

Om deze miscommunicatie te voorkomen is het van belang om onderscheid te maken tussen feitelijke waarneming van het gedrag (“Je bent voor de tweede keer deze week 15 minuten te laat”) en je interpretatie (ofwel de gedachten en gevoelens) (“ik heb de indruk dat je deze meeting niet belangrijk vind”). Vraag vervolgens of de ander zich herkent in wat je zegt. Nodig de ander uit te vertellen wat er aan gedachten en gevoelens zit achter het gedrag dat hij/zij vertoont.

Instructie

1. Schrijf in je eigen woorden op wat het verschil is tussen observaties/feitelijke waarneming en interpretaties/emoties.
2. Wat is de feedback die jij aan iemand wilt geven?
3. Heb je duidelijk onderscheid gemaakt tussen wat iemand feitelijk doet en hoe dat op jou overkomt?
4. De uiteindelijke vier stappen voor het geven van feedback zijn:
   a. Vertel je observatie (“ik heb nog geen reactie van je gehad om mijn email”)
   b. Vertel je interpretatie (“Ik begin mij wat zorgen te maken”)
   c. Vraag of de ander dat herkent/begrijpt (“Kun je je dat voorstellen?”)
   d. Spreek je wens uit (“Ik zou het prettig vinden als ik uiterlijk vrijdag je reactie hebt”)
5. Oefen de stappen in tweetallen met verschillende feedbacksituaties.
6. Wat vind je er lastig aan?
7. Wat is je grootste zorg als je iemand feedback geeft?
8. Hoe reëel is die zorg en kun je het ook van een andere kant bekijken?
9. Wat is het voordeel als je wel de feedback geeft?